Nieuws overzicht
Deel op:

“Integraal Zorgakkoord helpt om de stap te zetten die we al langer wilden maken”

Toegankelijke, kwalitatief goede en betaalbare zorg. Dat klinkt als iets vanzelfsprekends, maar dat is het al lang niet meer. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) heeft als doel om dit ook in de toekomst te garanderen. Onze zorgaanbieders spelen daarbij een belangrijke rol en PharmaPartners biedt de benodigde ondersteuning.

“Het moet en kan beter, anders lopen we vast.” Met deze zin opent de inleiding van het Integraal Zorgakkoord. Het thema van dit stuk: samen werken aan gezonde zorg. Het IZA is broodnodig, want de problemen zijn duidelijk. De vraag naar zorg neemt toe en de druk op zorgverleners wordt steeds groter. Met het IZA slaan patiëntenverenigingen, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten en de overheid de handen ineen.

Uitvoering

Het Integraal Zorgakkoord is getekend in september 2022. Het akkoord kwam tot stand na een reeks intensieve gesprekken onder leiding van het ministerie van VWS met veertien branche- en beroepsorganisaties in de zorg. De afspraken in het IZA hebben betrekking op de zorg die geregeld wordt in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het akkoord is een belangrijke stap op weg naar goede, betaalbare en toegankelijke zorg voor de toekomst.

Het IZA kan rekenen op steun vanuit alle geledingen, van de zorg tot de overheid. Maar dan is de vraag: hoe komt het van de grond? Sander de Jong, Strategisch Portfolio Expert van PharmaPartners, legt uit: “Per regio komen zorgverleners bij elkaar om een plan te schrijven dat invulling geeft aan hun ambities. Dat dienen ze in bij zorgverzekeraars. Als daar een akkoord op komt, krijgen ze budget vanuit het IZA en voeren ze het uit.”

PharmaPartners helpt regio’s niet alleen bij de technische uitvoering van het plan, maar ook bij de totstandkoming ervan. Martijn Ivens, Manager Innovatie van PharmaPartners Huisartsenzorg: “Wij hebben een bepaalde visie ontwikkeld, deze presenteren we in de regio’s. Wij geloven dat er minder gedacht moet worden vanuit individuele praktijkvorming, maar meer vanuit gecombineerde regionale zorgvoering. Zoals een samenwerking tussen praktijken, maar ook tussen andere zorgverleners binnen de keten. Zorgverlening wordt dan integraal en multidisciplinair.”

Gerard van Haperen, directeur van de Business Unit Huisartsenzorg van PharmaPartners: “De huidige situatie in de zorg is onhoudbaar. Om dat te doorbreken moet je samenwerken. Dat is de enige manier om het stelsel boven water te houden. Samenwerking moet naar een overkoepelend niveau. Dat vergt een andere aanpak. Het unieke aan het IZA is dat veel partijen en zorgdisciplines aangeven het daarmee eens zijn.”

Hybride zorg

In de plannen speelt innovatie en digitalisering een grote rol. “Zorg wordt hybride”, zegt De Jong. “Dat betekent: zorg bieden we deels fysiek, deels digitaal aan. En dat digitale stukje wordt steeds groter.”

Ivens vult aan: “De zorgvraag neemt toe, mede door de vergrijzing. Er is een tekort aan zorgverleners en dus moet je manieren vinden om de druk op een praktijk te verlichten. Slimme triage legt de regie meer bij de patiënt. Een hulpvraag stel je op de website van een zorgverlener, daar rolt een advies uit. Mogelijk zelfzorg, zoals het advies om paracetamol te nemen. In dat geval scheelt het een onnodig consult. Maar we koppelen er ook een urgentiebepaling aan. Of de conclusie dat deze zorgvraag niet voor de huisarts, maar voor iemand anders in de zorgketen is. Dankzij slimme triage komt de zorgvraag direct op de goede plek terecht.”

Dat laatste is volgens Van Haperen cruciaal. “Een zorgvraag hoeft niet altijd te leiden tot een fysiek consult met de huisarts. Patiënten zijn een enorm belangrijke schakel om de zorg te verbeteren, ze kunnen met zelfmetingen en slimme triage helpen om het zorgstelstel betaalbaar te houden. Nu komt er veel te veel informatie op een huisarts af.”

Elektronische gegevensuitwisseling

Om zorg te verbeteren is elektronische gegevensuitwisseling cruciaal. Een verbeterde digitale informatiestroom leidt tot veel meer efficiëntie. De Jong: “Als je in een ziekenhuis komt, moeten de gegevens van andere zorgverleners daar beschikbaar zijn. Het komt nu voor dat je na overplaatsing naar een ander ziekenhuis weer gescand en geprikt wordt, terwijl dat in je vorige ziekenhuis ook gedaan was. Dat kost tijd en geld.”

“Verbetering van de informatiestroom is een belangrijke stap”, vult Ivens aan. “Patiëntinformatie is nu versnipperd, maar moet altijd beschikbaar zijn voor hulpverleners die het nodig hebben. Dat is een randvoorwaarde om het complete plaatje in kaart te krijgen en betere zorg te leveren.”

Open standaarden

Om dat te bereiken is een belangrijke verandering nodig: digitale platformen van zorgverleners uit verschillende sectoren moeten met elkaar kunnen praten. Dat kan met open standaarden. De Jong: “Zie het als een universele stekker. Het maakt dan niet uit of een zorgverlener met ons systeem werkt of met een andere oplossing. Wij kunnen vanuit Medicom en Pharmacom dan informatie uitwisselen met bijvoorbeeld systemen van andere partijen in de thuiszorg en ziekenhuizen.”

“Open standaarden zijn een middel om het doel, namelijk samenwerking tussen verschillende zorgsectoren, te bereiken”, vult Van Haperen aan. “Je moet dezelfde taal spreken en samen aansluiten op landelijke standaarden. Alleen dan kan je met elkaar communiceren.”

Data-analyse

Naast het primaire proces van gegevensuitwisseling, namelijk zorg leveren, is er een secundair proces: onderzoek. De Jong: “Gebruik informatie uit patiëntendossiers om de zorg te verbeteren. Je kan, op basis van data, aan patroonherkenning doen en analyses maken Stel dat een bepaald medicijn honderd keer voorgeschreven is. Hoe vaak was het probleem daarmee opgelost? En wat waren eventuele vervolgstappen?”

De Jong: “Voor zo’n onderzoek wil je niet alleen data van de huisarts, maar ook van andere zorgverleners. Zo krijg je een compleet beeld van de effecten van een behandeling. De kennis die je uit data haalt, stop je terug in de protocollen van huisartsen. Zo zorg je voor betere zorgprocessen.”

Data helpt ook om zorg preventief te voorkomen, vult Ivens aan. “Dat wordt een steeds belangrijker aspect. Op basis van screening en inzichten kan je een inschatting maken van een verhoogde kans op een bepaalde aandoening. Daar geef je dan preventief en gericht advies over. Zo vang je zorg in een eerder stadium af, waardoor later minder zorg nodig is.”

Gezonde Zorg, Gezonde Regio (GzGr)

De innovaties wat betreft elektronische gegevensoverdracht en hybride zorg zijn al in volle gang. Bijvoorbeeld in de regio Leiden. Daar loopt het project Gezonde Zorg, Gezonde Regio (GzGr). De Jong: “Daar werken we samen met andere ICT-partners. Samen hebben we een ecosysteem bedacht waarmee we informatie van alle zorgverleners ontsluiten en bij elkaar brengen. Een onderzoeksteam gaat aan de slag met deze informatie en koppelt hun conclusies terug aan huisartsen en apotheken. Die blauwdruk willen we graag kopiëren naar andere regio’s.”

“Voor ons is GzGr een lichtend voorbeeld”, zegt Van Haperen. “De verschillende disciplines van de zorg werken daar samen aan een plan. Dat plan is daarna ook weer in andere regio’s uit te rollen. Dat is onderdeel van onze visie: ontwikkel een best practice en kopieer deze.”

Dankzij het IZA zijn dit soort innoverende projecten nu mogelijk, zegt De Jong. “Het IZA geeft de zorg een duwtje in de rug. De budgetten die dankzij het IZA vrijkomen helpen om eindelijk de stap te zetten die we al langer wilden maken. Voor ons staat het IZA voor een transformatie. We wilden al een tijdje van A naar B, dit is de kans om bij B te komen.”

Puzzelstukjes

Hoe snel dat gaat durft De Jong niet te zeggen. “Met minimaal vier of vijf regio’s gaan we nog dit jaar, in 2023, heel concrete projecten oppakken. Dat is dan de basis voor verdere stappen. Want de oplossing die we in regio’s implementeren hebben altijd een landelijk karakter. Ze moeten te kopiëren zijn naar andere regio’s. Dus we starten met vier of vijf regio’s als koplopers. Als dat goed werkt, pakken we door.”

“De kleine projecten die gaan lopen leveren allemaal een bijdrage aan het grote geheel”, vult Van Haperen aan. “In de zorg is veel bereidheid om van elkaar te leren. Dus als iets ergens werkt, wekt dat veel interesse.”

Ivens: “Wat in een bepaalde regio bedacht wordt, kan een andere regio ook helpen. Zo ontstaan allemaal puzzelstukjes. Wij helpen regio’s door deze puzzelstukjes te verzamelen. En door aan te geven wat er op korte termijn gedaan kan worden. Zo kunnen ze de juiste prioriteiten stellen.”

“Goede zorg is een groot goed”

Op die manier wordt stap voor stap gewerkt aan vernieuwde, verbeterde zorg in Nederland. De Jong: “Het mooie aan het IZA is dat het iedereen aangaat. Het gaat over jou en mij. Over hoe we de zorg organiseren.”

Ivens: “Ons doel is om ervoor te zorgen dat de patiënt met zijn klacht in één keer bij de juiste zorgverlener komt. Om de druk op praktijken te verlichten. En om ervoor te zorgen dat alle onderdelen van de zorgketen goed met elkaar communiceren. Daar werken we keihard aan.”

Van Haperen: “We hebben allemaal een bewuste keuze gemaakt om te werken voor een bedrijf met maatschappelijke impact. Het gaat om onze kinderen en kleinkinderen. Zij moeten de zorg krijgen die ze nodig hebben. Goede en persoonlijke zorg is een groot goed. Dat kunnen we niet kapot laten gaan. En om dat in stand te houden, moeten we zorgen dat onze zorgverleners de tijd en ruimte hebben om dat niveau van zorg te bereiken. Daar draait het om. Dat geeft ons de drive om hieraan te werken. Met z’n allen kunnen wij een deel van de oplossing zijn.”

Download ""