Samenwerken maakt ieders vak makkelijker en aangenamer
Zo ziet Arjan Hoekstra, apotheker van Apotheek De Kind, de samenwerking met de andere zorgverleners in zijn regio. Martine Kelder, huisarts bij Gezondheidscentrum De Nieuwe Kern, haakt hierop in: “We hebben korte lijntjes in Nieuw-Vennep, dat maakt ons werk makkelijk. Als je denkt ‘er klopt iets niet’, bellen we elkaar en helpen elkaar met zoeken.”
De twee zorgverleners werken samen op cluster Nieuw-Vennep. Een cluster dat Strategisch Portfolio Expert Sander de Jong aanhaalde als voorbeeld van zorgverleners die de voordelen van samenwerken goed doorhebben. Zeker nu de vraag aan zorgverleners om samen te werken, steeds luider wordt. Hoe werken de zorgverleners in Nieuw-Vennep samen?
Arjan Hoekstra Martine Kelder
“Ons hele cluster heeft bijvoorbeeld een interne telefoonlijn met voorkeuzenummers, dus je hoeft niet via de praktijknummers te bellen. Dat is iets wat we zelf gedaan hebben om makkelijker samen te werken”, vertelt Hoekstra. Kelder geeft hierbij een voorbeeld: “Bij medicijnvragen kan ik een specialist bellen, maar ik kan veel beter Arjan bellen.”
Medicatie- en patiëntgegevens deel je een op een met elkaar
Elkaar helpen zoeken is extra eenvoudig in Nieuw-Vennep, omdat de zorgverleners in deze regio binnen hetzelfde cluster werken. “Je deelt de medicatiestatus en -historie een op een via Pharmacom en Medicom. Je kan direct zien dat medicatie is gestopt of gewijzigd, op welke datum en door wie. Zo kun je makkelijk met elkaar nagaan of dat juist is”, vertelt Hoekstra, “heel soms staat hier per ongeluk iets in dat niet klopt, maar dat is te verwaarlozen en komt vaak door een menselijke fout.”
Ook zorgt deze manier van gegevens delen ervoor dat een apotheker direct de relevante laboratoriumwaarden voor zich heeft, die de huisarts met hem deelt. Deze waarden maken de beslismomenten voor Hoekstra eenvoudiger, zonder dat hij meteen met de huisarts moet bellen: “Bepaalde belangrijke labwaarden krijg je zelfs direct in beeld, ook van patiënten die nog geen toestemming hebben gegeven. Zo weet ik of ik actie moet ondernemen of niet.”
Gemeenschappelijke ICT
Volgens De Jong is deze manier van samenwerken precies de manier die we vanuit PharmaPartners ondersteunen. “Als je optimaal wil samenwerken, is ICT daar een heel belangrijk hulpmiddel voor.”
Hoekstra legt uit: “Je krijgt een fijne samenwerking als systemen goed werken en je de informatie in deze systemen bijhoudt. ICT zorgt niet automatisch voor een goede samenwerking: je moet er wel wat voor doen. Pharmacom en Medicom zijn systemen die je kan gebruiken om goed samen te werken.”
De Jong vertelt verder: “Zorgverleners worden heel erg gestimuleerd om in de regio zorgverbanden aan te gaan, maar dan ontkom je er bijna niet aan na te denken over gemeenschappelijke ICT. Want hoe wissel je zorginhoudelijke informatie met uit met de collega’s met wie je samenwerkt?”
Gegevens uitwisselen via ICT
Als voorbeeld van ICT voor uitwisseling van zorginhoudelijke informatie haalt De Jong Edifact voor receptenverkeer aan, maar dat heeft zijn kanttekeningen: “Edifact brengt wel beperkingen met zich mee in de informatie die je met elkaar kan uitwisselen. Ook kunnen sommige berichten soms niet aankomen, waardoor je informatie kan missen.”
“Er is niets irritanter dan een medicatielijst die niet klopt”, vertelt Kelder, “Het gaat uiteindelijk om de patiënt. Dus als je voor hem drie uur lang moet nagaan of zijn medicatielijst actueel is en klopt, doe je dat natuurlijk.”
Een medicatielijst die klopt
Volgens Kelder is het grootste voordeel van de combinatie Medicom en Pharmacom daarom “dat informatie klopt. Het scheelt heel veel tijd als ik er gewoon vanuit kan gaan dat de medicatielijst en geregistreerde contra-indicaties en intoleranties juist zijn.” Hoekstra beaamt dit: “en als ik toch twijfel of een intolerantiemelding krijg, kost het over het algemeen niet veel tijd om uit te zoeken of de melding juist is.”
Zoeken in een hooiberg
“Zo hadden we laatst een patiënt die intolerant is voor amoxicilline, wat bleek uit dat hij een zwarte tong had gekregen. Maar dat is een bijwerking, geen intolerantie.” Samen met de arts besprak Hoekstra of ze deze intolerantie weer uit het EPD wilden halen. Op basis van de informatie in hun gedeelde gegevens konden ze heel gericht op datum zoeken naar waarom deze intolerantie in eerste instantie was doorgevoerd. “Je hoeft dan niet in die grote hooiberg te zoeken.”
Ook de mogelijkheid tot formulariumgericht voorschrijven in Medicom draagt bij aan de vindbaarheid van gegevens. Kelder: “Ik probeer zoveel mogelijk formulariumgericht voor te schrijven. Zo zorg je voor minder fouten en een goede koppeling van ziektebeelden, waardoor je in theorie ook makkelijker kan terugzoeken.”
Er is niets irritanter dan een medicatielijst die niet klopt
Al fiatteren voor het bestaan van de fiatteringsmodule
Een ander goed voorbeeld van de samenwerking tussen zorgverleners in Nieuw-Vennep is de fiattering van herhaalrecepten. De apotheek ontzorgde de huisarts al voordat de fiatteringsmodule in Pharmacom beschikbaar werd. Hoekstra: “We fiatteerden toen al herhaalrecepten voor een huisartsenpraktijk. De huisarts kwam dan langs in de apotheek om een handtekening te zetten.”
“Toen de fiatteringsmodule beschikbaar werd, hebben we met alle huisartsen afspraken gemaakt over wat we als apotheek mogen herhalen. Zo konden wij het administratieve werk overnemen van de huisartsen, wat voor ons weer logistieke voordelen had en bovendien zorgde voor minder telefoontjes in de huisartspraktijk.” De apotheek kon de huisarts zo dus nog verder ontzorgen. “En zo werkt alles voor de patiënt goed, duidelijk en efficiënt”, vult Kelder aan.
Toen de fiatteringsmodule beschikbaar werd, hebben we met alle huisartsen afspraken gemaakt over wat we als apotheek mogen herhalen. Zo konden wij het administratieve werk overnemen van de huisartsen, wat voor ons weer logistieke voordelen had en bovendien zorgde voor minder telefoontjes in de huisartspraktijk.
De nadelen van samenwerken op een cluster?
Kelder en Hoekstra weten ze zo snel niet te noemen. Wel verwacht De Jong dat cluster compliancy voor een drempel kan zorgen: “Als je met elkaar een ICT-systeem deelt, moet je wel wat zaken volgens de wet regelen rondom dat systeem. Denk hierbij aan een deelnemers- en privacyreglement of aan ledenadministratie. Dat vraagt om een tijdsinvestering.”
PharmaPartners verkleint die tijdsinvestering met ondersteuning in de vorm van het pakket voor cluster compliancy. Meer daarover leest u in het artikel ”Dataveiligheid voorop”.
Samenwerken buiten het cluster
Samenwerken stopt voor een zorgverlener niet bij de grenzen van zijn of haar cluster. Apotheken en huisartsenpraktijken willen ook optimaal met andere zorgverleners in de wijk en de tweede lijn samenwerken. De Jong: “De patiënt heeft hierin een belangrijke rol, aangezien hij zijn gegevens valideert en zo invloed heeft op een goede overdracht van gegevens. Patiëntenplatformen en PGO’s maken dit extra makkelijk voor de patiënt.”
“Daarnaast bieden de landelijke standaarden voor gegevensuitwisseling mogelijkheden voor zorgverleners. Deze campagnes omarmen we dan ook, waarbij we vanuit PharmaPartners meepraten over de juiste invulling van de randvoorwaarden die hierbij van belang zijn. Voorbeelden van deze randvoorwaarden zijn een realistische planning, de minimale deelname vanuit andere sectoren en de combinatie van eenmalige en structurele financiering.”
Totdat die campagnes werkelijkheid worden, werken de huisartsen en apotheker in Nieuw-Vennep al fijn samen met andere zorgverleners in de eerste- en tweedelijns zorg. “Oprecht krijg ik ook van buitenaf vaak te horen dat we (red: de huisartsenpraktijken) een extreem goede samenwerking hebben met de apotheek”, vertelt Kelder, “Zo geven collega’s vanuit de palliatieve zorg aan dat ze het contact met de apotheek heel laagdrempelig vinden. Middelen voor sedatie zijn bijvoorbeeld lastig te vinden in de systemen en de apotheker vindt die middelen met één druk op de knop. Dat we zo makkelijk samenwerken, is echt geweldig.”